Aan tafel

De Romeinen namen de hoofdmaaltijd van de dag, de cena, in de vroege avond. In de zomer gebeurde dat mogelijk buitenshuis. Bij de rijken ging het vaak gepaard met veel pracht en praal. De eetkamer in een villa of herenhuis, het triclinium, was prachtig versierd. De gasten namen plaats op ligbanken die langs drie zijden van een lage tafel stonden geschikt. Drie gangen waren gebruikelijk, bij banketten konden het er wel zeven of acht zijn.

Gastmaal

Neem je sandalen af als je aankomt zodat de slaven je voeten kunnen wassen. Kies nu je ligbank maar uit. Schaaldieren als voorafje? Een zangvogeltje, wat slakken, stukje marmot? Misschien haas, everzwijn, kalfshersenen of wildbraad als hoofdgerecht? Met erwtjes of asperges? En vijgen en honingkoekjes om af te sluiten?

Rome op het menu

Een Romeins kookboek van Apicius heeft de tijd overleefd. Hieruit blijkt dat de Romeinen hun eten flink op smaak brachten met kruiden  en specerijen. Ze kookten het in olijfolie en dienden het vaak op met sausen op basis van honing, azijn, wijn of garum (een gezouten zuur van visingewanden, zo’n beetje als Thaise vissaus nu.

De keuken

Ovens werden met hout gestookt. Het vlees werd aan het spit geroosterd, of gekookt of in ijzeren potten gestoofd. Olie en wijn werden in amfora’s, aardewerken kruiken, bewaard. Veel steel- en braadpannen en bakplaten leken op de onze.